Deze lezing van C.G. Jung uit het begin van 1914 (oorspronkelijk getiteld "Über die Bedeutung des Unbewußten in der Psychopathologie") is een van zijn eerste commentaren op het praktische gebruik van het concept van het Collectieve Onbewuste. Deze lezing werd gegeven in de sectie voor neurologie en psychologische geneeskunde op de jaarlijkse bijeenkomst van de British Medical Association in juli 1914 in Aberdeen. Het werd voor het eerst gepubliceerd in: British Medical Journal II (Londen 1914) pp. Dit manuscript is een nieuwe vertaling op de Duitse versie van de lezing. Deze editie is een nieuwe vertaling uit 2024 met een nawoord van de vertaler, een filosofische index van Jungs terminologie en een tijdlijn van zijn leven en werk. Het doel van deze nieuwe vertaling is om deze vroege wetenschappelijke werken van Jung (die bedoeld waren om door academici gelezen te worden) gemakkelijk leesbaar te maken voor de moderne lezer van vandaag, waarbij de academische verwijzingen zijn verwijderd en het taalgebruik helder en eenvoudig is. Jung verkent het concept van het onbewuste, in het bijzonder de rol ervan in psychologische stoornissen. Hij maakt onderscheid tussen fysiologisch en psychologisch onbewustzijn, waarbij hij zich concentreert op het laatste als de som van mentale processen die niet bewust worden waargenomen. Het onbewuste bevat zwakkere psychische processen die de drempel van het bewustzijn niet overschrijden en zich vaak subliminaal manifesteren. Het artikel onderzoekt het idee dat bewustzijn gevormd wordt uit eenvoudigere, onbewuste elementen, en dat onbewuste inhoud bewuste houdingen kan compenseren. Er worden voorbeelden gegeven van hoe onbewuste aspecten een tegenwicht kunnen vormen voor bewuste gedachten en handelingen in zowel normale als abnormale psychologische toestanden. Bij psychische stoornissen dringt het onbewuste vaak in vervormde vorm het bewustzijn binnen als gevolg van reeds bestaande weerstand, wat resulteert in symptomen zoals hallucinaties of wanen. Deze intrusies worden gezien als mislukte pogingen om vooringenomen bewuste houdingen te compenseren. Het stuk benadrukt het belang van het begrijpen van het onbewuste in de psychopathologie, het benadrukt zijn rol in het compenseren en in evenwicht brengen van bewuste inhoud, en de implicaties die dit heeft voor de manifestatie van psychische stoornissen.